top of page
Homepage modder.jpg
Foto van schrijverouweleem

Niet mijn mijnverleden


Bron: Rijckheyt, 3052

‘It’s not always good to be right’, leerde mijn inmiddels 82-jarige Engelse collega Chris mij enkele jaren geleden. Hij bedoelde: denk aan de gevolgen, ook als je het zeker weet. Ik probeer daarnaar te leven, maar soms …

 

Afgelopen week was het weer eens zo ver. In de krant pleitten Jan en Riet de Wit terecht voor het koesteren van het mijnverleden. Maar wat zij als geschiedenis presenteerden was dat helemaal niet. (zie hieronder) Dat kon ik bewijzen. Maar waarom zou ik reageren? Ik was net zo lekker bezig met mijn nieuwe boek.

 

Drie dagen later luisterde ik naar het geschiedenisprogramma OVT op Radio 1. Daar sprak een mij onbekende historicus, Bart Gielen, over het Nederlandse mijnverleden. Knarsetandend luisterde ik naar zijn verhaal dat het mijnverleden pas na 2015, het beroemde Jaar van de Mijnen, echt aandacht had gekregen. Het was Het Geluk van Limburg 2.0, uitgesproken door een vakbroeder, een wetenschapper. Ik kon mijn oren niet geloven.


Die hele flauwekul van een elite die het mijnverleden onder de mat had geveegd en dat dit verleden pas zo’n decennium geleden was herontdekt, en allerlei andere onzin van bontjassen voor mijnwerkersvrouwen tot slecht verkoopbare vetkolen, blijft maar de kop opsteken. Ik word er soms wanhopig van. Laat de waarheid nooit in de weg staan van een goed verhaal, zeggen mensen om me te kalmeren en te laten relativeren. Maar de waarheid, dat wil zeggen de verzameling van bekende feiten, is zelf een goed verhaal, wat zeg ik: een beter verhaal. Dus waarom die dan niet meteen vertellen en de verzonnen rommel wegzetten bij de fabeltjes en slechtere verhalen?

 

Als het om het Limburgse mijnverleden gaat, is het echt fout gegaan met de wetenschappelijke pretenties hebbende roman het Geluk van Limburg van Marcia Luijten. Een inhoudelijk ondeskundige jury heeft haar in 2016 de Brusseprijs toegekend. Dat is de hoogste beloning voor een journalistieke publicatie, dat wil zeggen non-fictie, op feiten gebaseerd. De prijs was dus zeer onterecht. Het mijnverleden zoals is in dat boek beschreven is als Trojaans Paard de hoofden van de vele lezers binnengeslopen. (Er zijn inmiddels 60.000 ! exemplaren verkocht).


Ook is Luijtens verhaal er in geslaagd deels bezit te nemen van het Nederlands Mijnmuseum en heeft het zich in de hoofden van enkele oudere regionale historici genesteld. Dat er een musical van het boek wordt gemaakt, is geen probleem. Dan weten mensen (hopelijk) dat het verfraaid en aangedikt, ofwel onwaar is. Maar nu is er dus ook de eerste zichtbare besmetting van de jongere generatie vakgenoten. Ik hield me nog steeds in.

 

Maandagochtend liet ik Chris’ waarschuwing echter ver achter me. Ik zou en moest reageren, deze onzin blootleggen en de ‘valse vertellers’ ontmaskeren. Bij de redactie van OVT en in de regio. Allereerst schreef ik een artikel voor De Limburger.  Aan de hand van voorbeelden zette ik het betoog van het echtpaar De Wit neer als geschiedvervalsing en populistische politieke propaganda, die van het mijnverleden een klassenstrijd maakt. (zie hieronder) Dat was stevig, op de inhoud, misschien op de partij, maar niet op de man en vrouw.

 

Natuurlijk zijn Jan en Riet de Wit het niet met me eens. (zie hieronder) Opvallend is dat ze niet ingaan op mijn bezwaren en voorbeelden, maar schrijven over het schouder aan schouder staan met de gewone mensen. Dat ze dat gedaan hebben, ontken ik niet. Ik vind alleen het aantoonbaar onjuiste geschiedverhaal dat ze erbij vertellen een ongewenste manier van populistische politiek bedrijven. Doet het afbreuk aan je inzet als je schrijft dat er altijd al veel belangstelling is geweest voor de mijngeschiedenis en dat tal van mensen hun best hebben gedaan dit verleden in ere te houden? Zijn je prestaties minder waard als je geen verhaal verzint waarin een elite het mijnverleden heeft weggepoetst en de gewone mijnwerkers heeft bedonderd? Waarom niet schrijven dat de hele streek, iedereen van directeur tot bouwvakker, van middenstander tot poetsvrouw heeft geleden onder de mijnsluitingen? Velen hebben er namelijk op een of andere manier krassen, littekens of erger aan overgehouden, financieel, emotioneel, lichamelijk en/of geestelijk. Ja, de een meer dan de ander. Dat klopt. Maar is dat reden om de geschiedenis naar eigen goeddunken en in eigen voordeel te veranderen en presenteren?

 

Waarom voldoet de geschiedenis zoals die uit de feiten naar voren komt voor het echtpaar De Wit niet? Zij zijn vooraanstaande leden van een politieke partij met opvattingen die draaien om klassenstrijd. Om een achterban te krijgen en die te mobiliseren is een tegenstander, lees schuldige/zondebok, noodzakelijk: de elite. Onder leiding van de partij wordt die verslagen. Omdat het mijnverleden niet bij hun politieke verhaal past, zijn veranderingen nodig. Zo ook bij de geschiedenis van de mijnsluitingen in Nederlands-Limburg, waarin een kwaadaardige elite geen rol speelde. Zo’n onjuist geschiedverhaal in elkaar steken met een politiek doel noemen we populisme.


Marcel J.M. Put



PS: ik heb inmiddels een reactie gestuurd naar het echtpaar De Wit, die hen hopelijk via De Limburger zal bereiken. Daarin stel ik hen bovenstaande vragen en geef ik aan dat ik niet uit politieke motieven, maar vanuit mijn rol als geschiedwetenschapper handel. Als historicus vind ik dat je best met de eer voor je daden mag strijken, maar ben ik ook sterk allergisch is voor politiek gebruik/misbruik van de geschiedenis. Zeker als het een geschiedenis betreft waar ik redelijk van op de hoogte ben en die ik voortdurend onderzoek en waarover ik publiceer. En al helemaal in een tijd waarin we worden nep-informatie en in eigen belang geconstrueerde verhalen steeds vaker voorkomen.


De Limburger, 4 december 2024

De Limburger, 12 december 2024


DL 13 december 2024

DL 13 december 2024


239 weergaven2 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

2 Comments


ouweleem
ouweleem
7 dagen geleden

Hallo Gerard, dank voor je reactie. Leuk dat je me nog van zover volgt. Ik heb het afgelopen jaar aan een boek gewerkt: Parkstad Prima Donna's. 101 levensverhalen van bijzondere Parkstadvrouwen. Dat is in oktober verschenen. Nu is de grootste drukte voorbij en kan ik weer andere dingen doen. O.a. voor Ouwe Leem schrijven. Dus hopelijk kun je de komende tijd meer van me lezen. Hartelijke groet, Marcel

Like

Hallo Marcel, leuk dat ik weer eens iets van je mag lezen, heb het al een hele tijd gemist.

Is er hier bij mij iets misgegaan og heb je al heel leng niks meer geschreven ??

Normaal kreeg ik toch wel regelmatig jou " Ouwe Leem " verhalen !


Groeten van mij uit Oostenrijk.

Like
bottom of page