Halfvasten wandeling Heerlen
- ouweleem
- 2 dagen geleden
- 5 minuten om te lezen

Initiator, organisator en opper-praatjesmaker Roel Leers met onze Heerlense Carnavalsadel, de Prinsen Youri I en Jay I bij het beeld van de Lachende Ezel.
Gisteren was het Halfvasten. Tijd voor een wandeling langs bijzondere Carnavalsplekken in het centrum van Heerlen. Vorig had Roel Leers dit evenement voor het eerst georganiseerd. Toen was Wim Frijns van RTV Parkstad met zijn microfoon en lopende camera aanwezig. We stonden met zo’n 20 personen te wachten totdat het 10.33 uur was toen plotseling het allerhoogste bezoek dat Roel zich maar kon wensen aankwam: de Stadsprins Youri I en de jeugdprins Jay I
Met onze carnavalsadel kwam ook hun familie mee en er waren ook verschillende zangers, zoals Wiel en Nicole van Harten Twee, Peter van Rob&Peter en Fonzarelli. Maar ook een jongedame die na 45 jaar Randstad terugkwam op het Heerlense nest, twee broers uit de Amsterdamse Jordaan, waarvan er een al 30 jaar in onze stad woonde en de ander net een jaar en mijn gemoedelijke carnavalsvrienden Ine en Franck, die er altijd zijn als er iets te doen is rond hun feest en de in de Heerlense carnavalswereld zeer bekende en gewaardeerde Hans van der logt, die onze verhalen waar mogelijk kon aanvullen.
Wij begonnen natuurlijk bij de Ezel. Roel vertelde dat hij op de Heerlens Wind naar alle delen van de stad vliegt. Hans sprong al meteen bij en vertelde het verhaal over het chronogram op de sokkel. Daarin is te lezen dat dit beeld van Cyriel Laudy in 1992 hier is geplaatst.
Op naar het Raadhuis. Daar staat een tekst op de muur. Een groot deel van ons gezelschap wist niet dat dit de tekst van het Heerlens volkslied is. Dus kreeg iedereen een vel papier met de tekst, werd de muziek gespeeld en werd er heel voorzichtig gezongen.
'Stedemaagd-bij-gebrek-aan-beter' Marcel leest de woorden van de Sleuteloverdracht voor de Prinsen Youri I en JayI. Links haar tekst, rechts het antwoord van de Prins, hier uitgesproken door Prins Youri I.
De trap op naar het Raadhuis. Daar ging het over de Stedemaagd, die vroeger voor Carnaval de Stadsprins voor een periode van drie dagen de sleutel van de stad gaf. Zij declameerde dan een gedicht dat speciaal voor haar was geschreven door de toenmalige kasteelheer van Hoensbroek, Bertus Aafjes. Bij gebrek aan maagden in ons gezelschap heb ik die rol maar op mij genomen. Gelukkig hadden we wel twee echte prinsen en kreeg ik in het dialect antwoord van Youri.

Bij Juul op de Tweede Promenade
Via de plek die Wiel Knipa misschien inspireerde voor zijn Lange Jan Mars, Geleenstraat/Honigmannstraat (staat die fotograaf daarom daar?) liepen we naar Juul, het beeld van Les Deux Garcon. Deze letterlijke Windbuil (Winkbüll) zit vol met carnavalssymboliek. Hij zweeft een beetje en komt zo los van de dagelijkse zorgen. Een touw houdt hem aan de grond. Zijn hoofd is een ezelmasker, dat hem onherkenbaar kritiek laat geven. Hij heeft een narrenkap op en verschillend emedailles. Over Juul is ook een kinderboek gemaakt (Bas Ortmans en Caro Dahlhaus) waarmee een goed doel wordt gesteund: de leesbevordering bij jonge kinderen.

Leden van de carnavalsvereniging van de Mestreechse Club Mijnstreek, die hun narrentempel in café Schiffers hadden. Vanaf links: Leon Tans (die twee jaar later Stadsprins van Heerlen zou worden); Mietske I (Wevers), twee onbekende, waarvan er een twee eieren vasthoudt; meneer en mevrouw Maurer en nog een onbekende.
(foto familie Maurer)
Vervolgens even de pas erin. Met flinke schreden naar de Sarool. Daar stopten we kort voor het voormalige café Schiffers, dat daarvoor nog van Lindelauf was. Hier hingen de mooie glas-in-lood ramen van de Winkbülle die nu bij Pelt te bewonderen zijn. Er zijn mensen bezig precies uit te zoeken hoe dat zit met die ramen. Ook kreeg Heerlen in dit café zijn eerste vrouwelijke prins. Sorry Femke van de Eekheure, maar Mietske I (Wevers) van de Maastrichtse Club Mijnstreek was je toch echt al 76 voor (kijk maar op de foto).

'Hinger Hergots vot' (Achter de kont van Onze Lieve Heer). Rechts daarachter ligt op de grond de placquette voor Paul en Leo.
Op weg naar ‘Hinger Hergots Vot’ komen we langs de winkel van de ouders van Mietske, hoek Oranje Nassastraat/Dautzenbergstraat, waar vroeger juwelier Consten zat.Bij het kruis aangekomen wijst Roel op de placquette die daar op de grond ligt. Een eerbetoon aan Paul (Münstermann) en Leo (Keularts) die de Heerlense carnaval niet alleen maar ‘Loemele’ (lompen – de naam van een liedje) hebben gebracht, maar zoveel meer.
Om de hoek staan we nog even stil bij het verdwenen café van Heinz Paffen, De Blauwe Schuit-bar. Tot in de jaren zeventig vertrok van hieruit het Heerlens narrenschip voor zijn driedaagse ronde. Aan de overkant ligt het onlangs gesloten oude Grand Hotel. Tot voor tien jaar was daar met carnaval altijd veel te doen. Velen uit de groep hebben daar nog goede herinneringen aan.
Bij d'r Kuëb en de Schelmentoren; de steen voor 'Spjass Begòsz in de Plaargats
Via de Schelmentoren, die nu leeg staat, en d’r Kuëb, die een andere plek wil (op het Schelmenplein) liepen we door de oude Passage, over het Morenhoekplein naar het eind van de Plaargats. Daar ligt de gedenksteen van ‘Sjpass Begòsz’. Deze Sjpasskapel speelde altijd op het muurtje voor café Bijsmans. Bij hun 11-jarig bestaan is de steen gelegd. Toen Bijsmans er niet meer was en het muurtje werd gesloopt, hebben ze de gedenksteen in de Plaargats gelegd.
Het eerbetoon voor alle Winkbülle die Carnaval niet meer op deze wereld vieren.
Van daaruit gingen we naar de plek waar als geen carnaval is de meeste Winkbülle bij elkaar zijn: het kerkhof, dat aan de Akerstraat. Over het monument bij de ingang vertelde Hans van der Logt dat het een eerbetoon is aan alle overleden Winkbülle en dat het zijn oorsprong vindt in het jaarlijks gedenken van de plotselinge dood van een van de broers Telgenkamp tijdens Carnaval. Hij stond bekend als een groot carnavalist en een van de eigenaren van Sporthuis Diana.
Op weg naar het Aambos stonden we nog even stil bij het graf van burgemeester Van Grunsven, die niets van carnaval wilde weten en tijdens de drie dolle dagen steevast naar zijn tweede huis in Zeeland ging, maar die wel als eerste toestemming gaf voor een goed georganiseerd buitencarnaval met optocht; en bij het graf van Leenie Reubsaet, die zich met haart Erwtensoep-liedje onsterfelijk heeft gemaakt.
Samen zingen wij 'Mienge Aombusch' van Wiel Knipa; de paal van de kapotte lamp (en de kapotte muziek); de foto van de buren (Jan-Willem, bedankt!)
We sloten onze halfvasten wandeling af bij het hertenkamp en de kapotte lamp waar we allemaal ‘Miene Aombusch’ van Wiel Knipa helemaal zongen.Dat ging zo goed dat de buren van de Oliemolenstraat (Jan-Willem Souren) vanuit zijn woonkamer een foto van ons maakte.
En toen hadden we dorst. Veel dorst. De laatste bestemming was café Pelt, waar we de glas-in-lood-ramen konden bewonderen en Prins Youri I speciaal voor ons zijn carnavalslied ‘Richtig Heële’ zong (Echt Heerlen).
Daarna was het nog lang ‘Heëlesje gemütlichkeet’ (Heerlense gezelligheid) wat de klok sloeg, samen met de mannen uit de Jordaan.
De conclusie voor ons: volgend jaar weer!!! En dan hebben we zeker weer iets moois voor jullie in petto. Ben je er dan bij? Wij verheugen ons erop.
Maar eerst nog 224 dagen tot Oud en Nieuw en nog 334 dagen tot Carnaval.
Alaaf!
Marcel Put
(oud-jubileum-prins van C.V. De Paljassen uit Schandelen)
Comments